Gouden generatie zet zich in voor toekomst (artikel uit de NIVO)
09 augustus 2021 in Nieuws

Ze deden wel iets – versnipperd – voor de club waarmee ze zoveel moois beleefden, maar nog niet met de intentie en intensiteit zoals na de vakantie gaat gebeuren. Aan tafel zitten behoorlijk wat handen die namens HV Kras/Volendam kampioensschalen omhoog hielden, interlands en Europa Cup-wedstrijden speelden en een rits seizoenen in de Duitse Bundesliga.  Joey Duin, Dirk Tuip, Tom Schilder en Gerrie Eijlers vormen een deel van de Gouden Generatie van het Volendamse handbal en starten vanaf 30 augustus met de ‘Tom Schilder Handbalskoal’. ,,Naast het bestaande aanbod van de HV Kras/Volendam-trainingen kunnen kinderen die graag willen leren, bij ons aansluiten voor extra -veelal individuele - training”, zegt Dirk Tuip, als midopbouwer architect van enkele landstitels zoals die vanaf 2005 werden veroverd.


De jongens van toen zitten weer aan tafel. Kletsend, geinend, alsof de tijd heeft stilgestaan. Tuurlijk voelden zij zich, eenmaal gestopt als actief handballer, schatplichtig. Maar het feit dat hun eigen kinderen verknocht zijn of raken aan de sport, zorgt pas echt dat zij hun handbalhart ook weer op willen halen en geeft net dat zetje om weer iets terug te geven aan de club waarmee ze eeuwige lokale roem vergaarden. 


Eijlers, jarenlang ook doelman van het nationaal team, was de laatste van die generatie die, ruim een jaar geleden, stopte. En in zijn laatste periode bij zijn oude club Volendam nauwelijks omringd werd door spelers uit eigen opleiding, laat staan uit eigen dorp. Dat zette hem aan het denken. ,,Het is onherkenbaar geworden. Dan kun je misschien beter een stapje terugdoen, om daarna weer met meer eigen mensen de stap omhoog te maken. Over een paar jaar moeten daar weer meer van onze eigen jongens en meiden staan.”


,,Tijden zijn wel veranderd”, zegt Tom Schilder, die achterin de dertig ook nog een keer zijn kniebeschermers weer aantrok om zijn club in een noodsituatie te helpen. Destijds was de instap wat lager, het is moeilijker geworden om in het eerste te komen. Op mijn zestiende werd ik al ingezet, maar toen speelde Volendam nog eerste divisie. Inmiddels is het niveau veel hoger. Toen zei trainer Jaap Tol ‘al doe je de hele wedstrijd alles fout, daar leer je van’. Dan ga je veel vrijer spelen.” Ger: ,,Wij stroomden steeds samen door, naar de volgende selectie. Nu, als je iets beter bent, ga je naar een team van een jaar ouder. Daar kleeft een risico aan dat als ze het dan minder leuk vinden, kinderen gaan stoppen.”


Dirk Tuip was de eerste die, al op jonge leeftijd, zijn loopbaan moest beëindigen vanwege een onwillige schouder. ,, Ik bleef toen direct betroken bij de club, eerst als technisch manager en later met een stuk innovatie. Toen Mark Schmetz als fulltimer kwam, ben ik er uit gestapt en er een tijdje tussenuit gebleven. Heb ook aangegeven dat ik onder het huidige beleid rondom het eerste team niet betrokken wilde zijn. De kinderen zijn aanleiding geweest om meer te gaan doen. Vorig jaar pas ben ik samen met Ger een jeugdploegje gaan trainen geven, het team waar onze dochters in speelden. We hebben allebei het HandbalTrainer 4-diploma en dan zitten we allebei werkloos aan de kant te kijken, dat is wel gek.”


Tom gaf als assistent en specialist wat jaren training aan het tweede en de A-jeugd. Maar op een enkeling na werd er verder weinig door oud-spelers gedaan en dat is zó zonde, want wij brengen zoveel ervaring en kennis mee.” Ondertussen kwam Dirk her en der in het land in aanraking met handbalscholen. ,,Er zijn handbalscholen maar die hebben een andere status en vallen onder het Nederlands Handbal Verbond. Dat kan met deze ook. Daarom hebben we het ook apart van de club Kras/Volendam gepositioneerd.”


,,Die betrokkenheid heeft ook te maken met je leeftijd, je werk en je gezinssituatie. Onze eigen kinderen zitten ook bij de club: die van Ger, van mij, van Joey en die van Tom komt er ook aan.” Ger: ,,Onze kinderen handballen en als je dan gaat kijken, zie je dat bepaalde dingen beter kunnen.” Tom: ,,Maar het handbal en deze club zitten gewoon in je. Als je weer binnenstapt, lijkt het net alsof je niet weg bent geweest. Daar ben je voor altijd mee verbonden.”


Joey: ,,In de jongste jeugd lopen kinderen bij trainster Maart Admiraal rond en dat is zoals het hoort, maar in de leeftijdsgroep daarna gaat het meer om handbalinhoud en dat is een belangrijke periode. In Duitsland zag ik – en dat zal Ger ook hebben gezien – dat de clubs jongetjes vanaf negen, tien jaar, al een handbalidee aanreikten, er was een opleiding. Die kinderen lieten ze niet aanmodderen, dan kun je ze inhoudelijk ook meer gaan leren.”


Dirk: ,,We zagen ook dat het op andere plekken in Nederland goed geregeld was. Daar moeten we niet alleen vanaf de zijkant iets van vinden, dan moeten we ook zelf iets gaan doen. Dit is een nieuwe vorm, die naast de club opereert. Het is een extra mogelijkheid voor de kinderen. Het moet een eerste stap worden om de jeugdopleiding nóg beter te maken. Ger komt bijvoorbeeld enkele keren in de week als trainer bij de Handbalacademie en daar ligt kennis.” Ger: ,,Onlangs was ik in Callantsoog, waar een tweedaagse clinic werd gegeven. Negentig kinderen waren er.” Joey: ,,Terwijl we hier in het handbalmekka zitten.”


Ger: ,,Hier is vorig seizoen wel een speedhandbalcompetitie georganiseerd en dat groeide uit naar wel honderd kinderen. Met het eerste en tweede team hebben we toen ook een clinic gegeven. Superleuk en dat moet je dan ook een vervolg kunnen geven.”


Dirk: ,,We hebben het voorgelegd aan een groep oud-handballers en handbalsters, echte clubmensen, waarbij we ook merkten dat er veel eigenlijk niks meer deden voor de club. Ze raakten enthousiast van ons verhaal en dan is dit een mooie manier om die betrokkenheid weer op gang te brengen. Zij willen meedenken en meedoen.” Joey: ,,Dat zijn ook mensen die hunkeren naar het oude clubgevoel. Die grote familie. Wij zijn rond de veertig en toch kom je hier weer terug. We waren druk met een baan, kinderen, maar wat ik heb gemist, is dit. Met handbalmensen vanuit het verenigingsgevoel iets doen, dat gevoel is er nog steeds bij mensen.” Dirk: ,,Op een nieuwe manier, want de thuissituaties zijn anders dan toen wij bij onze ouders opgroeiden.”


Ger: ,,We moeten laag, bij de eigen jeugd beginnen.” Joey: ,,Wij waren al wat ouder toen we bepaalde spelers in het eerste zagen spelen, de rolmodellen zagen. Daar kunnen we nu op vroegere leeftijd mee beginnen. De insteek moet zijn om de jeugd spelender wijs beter te maken.”


,,We mogen best de hand in eigen boezem steken. Een oud-speler als Claus Veerman is al jaren onvermoeibaar bezig met de handbaljeugd en net als enkele andere mensen klopte hij regelmatig bij ons aan of we iets wilden doen voor de vereniging. Maar dan moesten we toch telkens ‘nee’ als antwoord geven, omdat we druk met andere dingen waren en de tijd van training geven ook niet paste in het schema. We willen straks een bijdrage gaan leveren aan de ontwikkeling van de handbalkinderen, in een stramien en structuur waarin íedereen een bijdrage kán leveren.”


Dirk: ,,Ook al beginnen we met een kleine groepjes, het groeit vanzelf. Om een goede eerste stap te zetten, moet je kijken wat realistisch is. Het moet leuk zijn, maar ook hoge kwaliteit bieden. Ik heb het op meerdere plekken in het land gezien en dacht steeds ‘wat raar dat we dat hier niet hebben’. We willen aan de gang met de leeftijdscategorie – de elfjarigen tot zeventienjarigen – handballers en handbalsters, dat ze echt klaar voor zijn om met tips en feedback om te gaan. Veel individueel trainen, met hoge intensiteit en kwaliteit. In die leeftijdsgroep kunnen ze veel leren en kunnen wij het trainbaar maken.”


Ger: ,,En het gaat niet alleen om de kinderen, op deze manier ga je weer mensen betrekken die zijn of hebben losgelaten. Zo groeit de achterban weer.” Joey: ,,Je krijgt sowieso meer betrokkenheid.” Dirk: ,,We kijken naar welke trainers dat kunnen en kijken naar de leerlijnen, naar wat je op welke leeftijd zou moeten beheersen.” Ger: ,,Als we die oefeningen delen met de huidige trainers van de club, gaat dat kaderniveau ook omhoog.”


Dirk: ,,Het is voor ons ook best spannend. Want wij kunnen vooral bogen op veel praktijkervaring en een beetje bagage qua opleiden. Dus wij moeten ook maar laten zien dat we dat kunnen vertalen naar kinderen.” Tom: ,,Ik heb training gegeven aan A-jeugd, maar ik vond het best moeilijk om bepaalde bewegingen op een goede manier aan te leren; iets wat voor ons zo logisch is als een broodje snijden.” Joey: ,,Als we dat op jongere leeftijd inslijpen, wordt het versmolten in hun opleiding.” Tom: ,,Die fundering, de basisbeginselen, moet je inderdaad al op jeugdigere leeftijd neerleggen.”


Joey: ,,Als je dan vijf jaar verder bent, ga je verrassende dingen zien.” Ger: ,,We moeten ook zorgen dat we het leuk houden voor jeugd, zodat ze blijven op het moment dat andere interesses een rol kunnen gaan spelen.” Dirk: ,,Prachtig als we dat zo een eerste aanzet kunnen geven. En dat Tom met zijn schildersbedrijf zijn naam aan de Handbalskoal heeft verbonden, symbolischer kan niet.” Tom knikt: ,,De jeugd heeft nog steeds de toekomt.”



Terug naar overzicht